De 7 IT-reflexen die in 2026 niet meer kunnen (maar die je nog wél hebt)

IT is misschien wel het vakgebied met de hardnekkigste gewoontes.
We doen dingen “zoals we het altijd al doen”. Omdat het ooit werkte.
Omdat niemand tijd heeft om er nog eens kritisch naar te kijken.

Tegelijkertijd zien we het tegenovergestelde: zodra er weer een nieuwe hype voorbijraast, rennen we er met z’n alleen soms als een kip zonder kop achteraan. AI, SASE, zero trust, XDR, noem maar op. Vaak hoopvol om iets echts goeds te vinden. En soms … bang om de boot te missen. Bang om ‘ouderwets’ te lijken.

Bij Sciante doen we dat tegenwoordig anders.
Elk jaar evalueren we onze leveranciers. Niet omdat ze ‘slecht’ zijn, maar om te checken of wat ze leveren ons misschien geen waarde meer brengt. Wie niet meer bijdraagt aan resultaat, valt waarschijnlijk af. Zo houden we ons bedrijf eenvoudig, effectief en betaalbaar.

Met onze eigen IT doen we precies hetzelfde. Alles wat geen functie meer heeft, gaat eruit. Dat scheelt niet alleen kosten, maar verkleint ook je aanvalsoppervlak. Minder spullen, minder risico, minder gedoe. En we zijn meer IT-heavy dan velen doen vermoeden; en ons eigen server park draait als een zonnetje. Sinds de uitrol van de huidige dual DC inrichting in 2017 hebben we 0 seconden downtijd gehad.

En dan zijn er nog de gewoontes en reflexen. De manieren van werken die nooit op een factuur staan, maar wél elke maand geld kosten. Daar zitten vaak de grootste lekken.

In dit blog neem ik je mee langs 7 IT-reflexen waar je in 2026 écht mee moet stoppen. Niet omdat het hip is, maar omdat ze je organisatie geld kosten, risico’s toevoegen en/of je mensen nodeloos frustreren.
Herken je ze? Dan weet je meteen waar je in 2026 moet beginnen.

Reflex 1 — Denken dat je wél vrij bent omdat je leverancier “alles regelt”

Vendor lock-in is één van de grootste bedrijfsrisico’s van dit moment. Niet omdat je leverancier ‘slecht’ is, maar omdat je geen uitweg meer hebt wanneer zij de spelregels veranderen.

Kijk naar de overname van VMware door Broadcom, ruim twee jaar geleden. Inmiddels zijn de financiële gevolgen pijnlijk duidelijk: bij sommige klanten zijn de licentiekosten met een factor 15 omhooggegaan. Je leest het goed: geen 15%, maar 1400% prijsstijging. En Broadcom komt er gewoon mee weg, omdat veel organisaties nergens heen kunnen zonder enorme migratiepijn.

Microsoft beweegt dezelfde kant op. Vanaf 1 juli gaan de 365-pakketten fors in prijs omhoog: tussen de 5% en 33%. Officiële reden: er zijn 1100 nieuwe functies toegevoegd. De praktijk: met ‘vernieuwd endpoint management’ en het actiever ‘beperken van schaduw-IT’ word je nóg steviger het Microsoft-ecosysteem in getrokken. Alternatieven inzetten wordt steeds lastiger.

Tel daar de sluipende integratie van Copilot bij op en je krijgt een ongemakkelijke conclusie: steeds meer van de data waar jouw bedrijf op draait, komt onder hún controle te staan in plaats van onder de jouwe. Dat is geen IT-detail, dat is een strategisch risico.

Goed voornemen 2026: vraag de vendor lock-in checklist aan bij Sciante.

Reflex 2 — Denken dat één cloud “overzicht” geeft (terwijl je één kill switch bouwt)

Handig, toch? Alles in de cloud. Geen gedoe met schijven, geen servers meer om omkijken naar.
Tot iemand anders besluit dat jij er niet meer in mag.

Van Google die een medische foto als kinderporno markeert, tot Microsoft die een account blokkeert zonder uitleg: je hoeft niet eens iets fout te doen om je toegang kwijt te raken. En gebruik je Windows met BitLocker? Dan kan zelfs je eigen laptop onbruikbaar worden als je Microsoft-account op slot gaat. Je sleutel zit daar. Geen account = geen sleutel = geen data.

Voor bedrijven is dit een existentiële dreiging. Als al je kerndata alleen in één cloudomgeving staat, heb je feitelijk een externe kill switch op je bedrijfsvoering gezet. Raak je de toegang kwijt, dan kun je de tent net zo goed sluiten.

Daarom:

  • Zorg altijd voor een actuele backup van essentiële data buiten die ene cloudomgeving.
  • Bewaar encryptiesleutels onder je eigen, onafhankelijke controle.
  • En als lokaal écht niet kan: zorg voor een tweede cloudlocatie, bij voorkeur in een ander land en bij een andere partij.

Cloud is handig. Maar volledige afhankelijkheid is geen strategie, dat is een gok.

Dus heb jij één cloud, zet het inregelen van die tweede locatie op je to do-lijst voor 2026.

Reflex 3 - Hype first, thinking later

Iedereen wil “iets met AI”. Leveranciers beloven wonderen, het management wil “ook zoiets als in die presentatie” en voor je het weet, staat er weer een pilot live.

Maar helaas faalt 95% van die AI- en hypeprojecten. Niet omdat de technologie waardeloos is, maar omdat er geen écht probleem onder ligt. Er wordt een probleem gezocht bij een oplossing.

Heb je geen concreet probleem? Dan heb je ook geen oplossing nodig. En als je een probleem gaat verzínnen omdat je de nieuwe shiny tool zo graag wilt, ben je geen strategie aan het uitvoeren, maar een geldverbrandingsritueel.

Thuis, in mijn nieuwe huis, speel ik met domotica. Ook een hype. Maar daar is het een hobby: leuk, experimenteerruimte, in mijn eigen tijd en geld.

In een commercieel bedrijf gelden feitelijk dezelfde regels: hypes horen pas binnen als ze aantoonbaar bijdragen aan omzet, marge, risico of productiviteit. Alles daaronder is speelgoed met vaak een veel te duur prijskaartje.

Reflex 4 — Denken dat je regie kunt uitbesteden (en toch de controle behoudt)

Je laat de besturing niet over aan de accountant ook al stellen zij de jaarcijfers op.
Ja, je huurt expertise in, maar jij blijft aan het stuur.
Jij weet hoe het bedrijf ervoor staat, jij neemt de besluiten.

Hetzelfde geldt voor je core business. Je kunt prima productie, logistiek of customer service uitbesteden. Maar niemand geeft z’n merkbelofte uit handen met de boodschap: “Zeg het maar, verras me.”

Maar dan IT.
Daar gebeurt precies dát.

Zodra het complex wordt, schuiven veel organisaties alles door naar één grote leverancier. Cloud, infrastructuur, security, monitoring, soms zelfs architectuur: “Zet het maar neer, zorg dat het werkt.”

Maar IT ís je bedrijf. Zonder IT geen omzet, geen proces, geen klant.
Als jij niet de lijnen uitzet – welke risico’s acceptabel zijn, welke prestaties nodig zijn, wat wel én niet kan – dan bepaalt je leverancier het speelveld.

Gevolg: stijgende kosten, dalende wendbaarheid en IT die vooral handig is voor je leverancier.
Regie kun je niet inkopen.
Regie moet je voeren.

Op de agenda voor 2026: de regie over alle IT terugkrijgen.

Reflex 5 — Traagheid meteen wijten aan “te weinig resources”

Dan moet er een server bij.”
“Zet er snellere disks onder.”

Dat is nog steeds de standaardreflex als een applicatie traag is. Maar als je in de file staat, los je dat ook niet op met een grotere motor of bredere banden. Het probleem zit niet in je auto, maar in de weg.

Natuurlijk: als je van 100 naar 200 gebruikers gaat, heb je meer capaciteit nodig. Maar ik heb nog nooit een applicatie netjes van 100 naar 1000 gebruikers zien schalen door er alleen maar een grotere server onder te schuiven. Op een gegeven moment is de rek eruit.

Schaal doet ertoe. Op een andere schaal moet je anders werken. Dat geldt ook – en misschien júíst – in IT.

Een applicatie die “ineens” niet meer performt, heeft zelden een écht resourceprobleem. Er is bijna altijd iets anders aan de hand: inefficiënte queries, chatty services, onhandige integraties, telemetrie die de boel platlogt.

Extra resources kunnen heel even lucht geven. Maar het is een dure pleister die nooit de echte wond dicht. Het onderliggende probleem komt terug. Altijd.
Pas als je dat probleem blootlegt en oplost, krijg je échte performance – zonder elke keer opnieuw je infrastructuur te moeten opvoeren.

Op de agenda voor 2026: uitzoeken … niet direct schrijven maar iets wat in de richting gaat van afspraak met jou maken}

Reflex 6 — Verrast zijn door storingen die allang te zien waren aankomen

If it ain’t broken, don’t fix it” is een prima wijsheid.
Maar in IT is de echte vraag: wanneer noem je het ‘broken’?

Je auto krijgt elk jaar een APK.
Niet omdat hij langs de weg staat, maar om dát juist te voorkomen.
Ziet de garage te veel slijtage? Dan vervang je dat onderdeel vóór je op weg gaat. Veiligheid voor alles en kosten graag onder controle.

Met applicaties gebeurt dat bijna nooit. Ik ken maar heel weinig bedrijven waar software periodiek echt wordt nagelopen. Laat staan dat er iets is wat op een APK lijkt.

“Maar Hugo, we hebben monitoring.” 
Ja. Alleen: tegen de tijd dat die monitoring aanslaat, ben je de schade vaak al aan het oplopen. Productiviteit weg, klanten boos, IT in de stress. Eerlijk: je ziet het meestal al eerder – aan de rij gefrustreerde gebruikers bij de IT-afdeling. Die rij is de vooraankondiging van je monitoring-alert.

Feit: software slijt. Niet omdat de code spontaan vergaat, maar omdat de wereld eromheen continu verandert: nieuwe Windows-versies, database-upgrades, groeiende datasets, extra integraties, meer gebruikers, meer logging, meer alles.

Die veranderingen stapelen op. Tot het ‘ineens’ misgaat.
Maar ‘ineens’ is meestal een optelsom van jaren geen onderhoud.

In 95% van de gevallen kun je IT-problemen zien aankomen. En voorkomen.
Lees dat nog een keer: 19 van de 20 issues kan je vóór zijn.

Je mag ophouden met brandjes blussen en beginnen met gepland onderhoud op je IT.

Goed voornemen: proactief monitoren en handelen voordat er een incident is.

Reflex 7 — Open source automatisch wegwuiven omdat het ‘te veel gedoe’ zou zijn

In veel boardrooms hangt nog steeds een soort reflex: open source is eng, onbetrouwbaar, “voor hobbyisten”.
Maar kijk eens naar je eigen broekzak. Huh?

Heb je een iPhone? iOS is gebouwd op FreeBSD.
Heb je een Android-telefoon? Android draait op Linux.
Allebei open source. Allebei bewezen stabiel, veilig en razend betrouwbaar.

Je vertrouwt je telefoon.
Maar in je IT-landschap laat je open source vaak links liggen. Dat is echt jammer.

Bij Sciante draaien we onze productieomgevingen op Linux-servers. Niet omdat dat een ‘leuk’ hobbyproject is, maar omdat dezelfde applicatie op dezelfde hardware 2–3 keer zo snel draait als op een gemiddeld closed-source alternatief. Dat is gratis geld: minder hardware, minder cloudresources, minder licentiekosten. In de cloud werkt dat precies zo.

Daar komt iets anders bij: open source komt zelden met verplichte spyware-telemetrie. Als je ‘uit’ zet, is het ook echt uit – niet “alleen de verplichte basisset aan data blijft nog even naar de leverancier leeglopen”.

In inmiddels tientallen trajecten heb ik nog nooit een situatie gezien waarin we geen goed open source-alternatief konden vinden. Niet altijd 1-op-1 hetzelfde product, wél dezelfde of betere functionaliteit, meer controle en vaak hogere performance.

Betekent dit dat je morgen al je closed-source software moet dumpen? Natuurlijk niet.
Maar als je alleen nog naar “de usual suspects” kijkt, koop je gemak – en lever je flexibiliteit, marge en regie in.

Open source vermijden is geen risicobeheersing.
Het is een kans laten liggen.

Breek met dure IT-reflexen – begin hier.

Maak van je IT weer een voorsprong – niet een kostenlek

Veel organisaties belanden ongemerkt in reflexbeslissingen, afhankelijkheden en dure hype-stappen.

Niet omdat IT-teams het verkeerd doen, maar omdat het speelveld zó complex is geworden dat oude reflexen steeds slechter werken.

Wil je af van reflexbeslissingen, vendor lock-ins en geldverbrandende hypes?
En wil je dat je IT weer doet waar het voor bedoeld is: meer resultaat, minder verspilling, meer rust in je organisatie?

Maak dan een vrijblijvende afspraak met mij.
In 30 minuten kijken we samen naar jouw IT-landschap en:

  • prikken we door 1–2 hardnekkige reflexen heen die je nu geld kosten
  • zie je waar je direct meer kunt doen met minder
  • weet je aan welke knop je als eerste moet draaien voor het meeste effect

Geen verkooppraatjes, geen dikke rapporten.
Gewoon een eerlijk gesprek, scherpe vragen en concrete opties om je IT weer in jouw voordeel te laten werken.

👉 Wil je dat jouw IT weer een strategische voorsprong wordt?
Plan een vrijblijvende afspraak met mij.